Keep up with our latest news and projects!
Iedereen wil aantrekkelijke openbare ruimtes in de stad, of je nu ontwerper, politicus of bewoner bent. In ieder geval in Nederland gaat er veel politieke en beleidsmatige aandacht naar participatie; het betrekken van en luisteren naar bewoners en gebruikers. Het ondertussen wereldwijd bekende placemaking biedt hiervoor uitstekende richtlijnen. Maar participatie leidt niet per definitie tot een optimaal gebruikte openbare ruimte. Daarvoor is ook kennis over de voorwaarden voor een goed gebruikte openbare ruimte nodig bij de ontwerper/plannenmaker.
Het lastige van participatie is dat de betrokken bewoners niet altijd representatief zijn voor alle bewoners in een buurt. Immers, het vereist nogal wat vaardigheden en tijd om je in het onderwerp te verdiepen en duidelijk je mening te verwoorden. Vaak zijn het dan ook mensen met een relatief hoge opleiding of mondige buurtbewoners met veel tijd die zich met de plannen bemoeien. Maar niet iedereen heeft die tijd of vaardigheden.
Een ander nadeel van participatie is dat het kan uitmonden in een ‘compromisontwerp’: alle wensen worden meegenomen, waardoor het geheel een ratjetoe wordt, die niet altijd tot een fijne, prettige plek leidt. Een derde probleem bij participatie is dat bewoners en ontwerpers soms door een andere bril naar wensen en plannen kijken. Snappen ze van elkaar wat er bedoeld wordt met termen als ‘aantrekkelijk’ of ‘kindvriendelijk’? Een verschil in gezichtspunt kan ervoor zorgen dat de bewoner of gebruiker uiteindelijk toch niet die openbare ruimte krijgt die hij of zij voor ogen had.
Het staat buiten kijf dat participatie een onmisbaar onderdeel is van het proces om tot een goede openbare ruimte te komen. Maar ontwerpers moeten ook voldoende basiskennis hebben over wat mensen als prettige openbare ruime ervaren. Hier blijken vele universele constanten in te zijn. Kennis en toepassing daarvan zouden de basis moeten vormen bij het inrichten van de openbare ruimte.
Het recent in Nederland gepubliceerde ‘Prettige Plekken – Handboek Mens & Openbare Ruimte’ biedt een brede basis voor deze vakkennis. Dit handboek is tot stand gekomen op basis van kennis en ervaring van de auteurs, het bestuderen van projecten in binnen- en buitenland, literatuurstudie en de bijdrage van een gemêleerde expertgroep. De ruim 500 richtlijnen voor een goed gebruikte openbare ruimte zijn verdeeld over de thema’s aantrekkelijk, veilig, bereikbaar en toegankelijk, beweegvriendelijk, sociaal, kindvriendelijk en groen, en zijn geïllustreerd met ruim 400 voorbeelden uit de hele wereld.
Het handboek geeft behalve de richtlijnen een heldere visie op de ruimtelijke voorwaarden waaraan elke openbare ruimte moet voldoen om een ‘Prettige Plek’ te zijn. Die voorwaarden zijn: Veiligheid, Variatie, Verblijf en Verplaatsing. Is één van deze vier V’s afwezig of is er onvoldoende op gelet, dan zal een plek niet als prettig worden ervaren en dus niet goed worden gebruikt.
Veiligheid In de openbare ruimte is het van belang dat er voldoende mensen zijn die (bewust of onbewust) een oogje in het zeil houden. Vooral zicht op en vanuit woningen draagt bij aan een veilige openbare ruimte, omdat hier 24 uur per dag potentieel mensen aanwezig zijn.
Variatie De openbare ruimte moet aantrekkelijk zijn om naar te kijken, met vooral op ooghoogte voldoende variatie, zoals gedetailleerde gevels, kunst, water of groen. Als er te weinig te zien valt, zijn mensen snel uitgekeken en gaan ze weer weg.
Verblijf Als mensen ergens niet kunnen zitten, blijven ze niet lang; er moet dus comfortabele zitgelegenheid (prettige materialen, bij voorkeur rug- en armsteunen) zijn met aangenaam uitzicht op bijvoorbeeld architectuur, water of groen, maar vooral ook op mensen. Mensen kijken is namelijk de grootste attractie in de publieke ruimte. De verblijfsplek is waar mogelijk afgeschermd van (verkeers)lawaai en beschut tegen weer en wind.
Verplaatsing Je moet je snel en gemakkelijk te voet of met de fiets van A naar B kunnen verplaatsen; de routes zijn logisch, breed genoeg en hebben een vlakke en stroeve ondergrond, waardoor ze ook geschikt zijn voor mensen met een rolstoel of kinderwagen. Recreatieve routes lopen zo veel mogelijk langs water of groen en zijn waar mogelijk verbonden met het buitengebied.
Aan de hand van de vier V’s wordt duidelijk waarom de hier genoemde voorbeelden wel of niet succesvol zijn. Soms zijn met relatief kleine ingrepen plekken wel succesvol te maken.
De losse stoelen zorgen ervoor dat iedereen kan zitten zoals hij of zij wil; in groepsverband of alleen, in de zon of de schaduw. Het vele groen biedt variatie en dempt de stadsgeluiden, net als de fonteinen. De doorlooproute is breed genoeg en vrijgehouden. Het plein ligt aan een restaurant en is vanaf 23.30 uur afgesloten, dus veilig.
✓ Veilig ✓ Verblijf ✓ Variatie ✓ Verplaatsing
De stenige kade is vergroend en er zijn comfortabele banken geplaatst op de mooiste locatie: in de zon en met uitzicht op de Erasmusbrug. De locatie biedt nu optimale variatie: én groen, én water, én bijzondere architectuur. De comfortabele banken (van hout en met hoge rugleuning) bevinden zich achter de looproute, zodat je ook naar mensen kunt kijken. Er is geen toezicht van woningen op de locatie, dus ’s avonds is het er mogelijk onveilig. Maar het is ook niet nodig dat je hier ’s avonds komt.
? Veilig ’s avonds/’s nachts ✓ Verblijf ✓ Variatie ✓ Verplaatsing
Er is voldoende verlichting om ’s avonds voor veiligheid te zorgen, maar er zijn weinig ogen (informeel toezicht) vanuit de gebouwen op dit plein. Je kunt niet comfortabel zitten. De zitrand is te laag en te hard. Ook is het plein stenig en zorgt de lange grijze gevel ervoor dat het plein er saai uitziet. Meer groen zou het plein kunnen verzachten.
X Veilig ’s avonds/’s nachts ✓ Verblijf ✓ Variatie ✓ Verplaatsing
Interested? Join The City At Eye Level and share your story!
Discover more